Stuifmeel hangt vooral tijdens de bloeiperiode in de lucht. Naast grassen, bloemen, struiken en kruiden zit het ook in bomen. U kunt voor verschillende soorten een overgevoeligheid hebben. Wat u kunt door om pollen te vermijden leest u hier.
Berken kunnen goed tegen kou en komen dan ook verspreid over het noordelijke halfrond voor. Het liefst groeit de boom in moerassige gebieden, maar ook in andere grondsoorten kan hij prima overleven. U herkent de berk aan de afbladderende bast op de stam. Soms is de nieuwe bast wit, maar ook rood en bruin komen voor. De bloeiperiode is van half maart tot halverwege mei.
De klassieke Italiaanse cipres, uit het Middellandse Zee gebied, wordt in Nederland niet vaak aangeplant. Wel vinden we regelmatig Leyland cipressen of Californische cipressen in Nederlandse tuinen, vanwege de kenmerken dat deze bomen goede opvullers zijn en het gehele jaar mooi groen blijven. In maart en april zijn van de cipres de meeste stuifmeelkorrels in de lucht aanwezig.
U kunt een den onderscheiden van een spar door te kijken naar de naalden; bij de den staan er telkens twee bij elkaar en bij de spar staan alle naalden afzonderlijk van elkaar. De bloeiperiode is van mei tot juli.
De eik is goed te herkennen aan zijn blad met ronde kartelrand en vrucht; de eikel. De boom zorgt vooral in mei en in mindere mate in juni voor klachten bij mensen met hooikoorts.
De els behoort tot de berkenfamilie en komt voornamelijk voor op het noordelijk halfrond. De boom houdt van een vochtige omgeving en staat dus vooral langs het water. De bloeiperiode is van februari tot en met maart.
De es komt van nature in Europa voor. De boom is snelgroeiend en wordt ongeveer veertig meter hoog. Hij bloeit voordat hij nieuw blad krijgt; beginnend van januari tot half mei.
"Antihistaminica onderdrukken de symptomen van uw allergische reactie."
De haagbeuk komt van nature in ons land voor, maar wordt ook veel aangeplant als laanboom of als haag, omdat hij goed gesnoeid kan worden. De boom bloeit in april en mei.
De iep (ook bekend als olm) groeit graag op tamelijk voedselrijke, vochthoudende en kalkrijke grond. In Nederland is vooral de Hollandse iep aangeplant in de kustprovincies. Hij kan goed tegen de zilte zeewind. De iep bloeit in maart en april, voordat hij bladeren heeft.
Het blad van de kastanje heeft een zogenoemde gezaagde, oftewel gekartelde, bladrand. Verder is de boom gemakkelijk te herkennen aan de bekende gelijknamige vrucht in de stekelige bolster. De kastanje bloeit in juli en augustus.
Voordat het blad van de populier uitloopt, verschijnt een bloem in de vorm van een hangend katje. Het zaad dat vrijkomt uit de katjes is omgeven door donzig pluis. Voor dit pluis kan men allergisch zijn. De meeste klachten door de populier komen voor in april.
De spar bloeit evenals zijn familielid de den van mei tot juli.
Taxussen worden veel gebruikt in de modellerende en siertuinbouw. Het zaad afkomstig van de taxus wordt verspreid door vogels, die het eten en vervolgens onbeschadigd uitpoepen. De bloeiperiode is van begin maart tot eind april.
Kennisbank
